Weg van waan
Prospero bevindt zich in een uitzichtloze situatie. Hij is door zijn broer Alonso verbannen naar een eiland. Door waanzin gegrepen denkt Prospero dat hij de wind kan bedwingen en een storm kan ontketenen, die een schip doet zinken en op het eiland laat aanspoelen. De gedachte komt uit en er komt een moment waarop Prospero zich op zijn broer kan wreken. Maar juist als hij de kans krijgt zijn broer te doden, grijpt de auteur in.
Shakespeare wijst ons op het feit dat we niet teleurgesteld moeten zijn als blijkt dat de leugen mooier is dan de waarheid.
Laat me los..... Dan val je ....
Dan vlieg ik weg..... Dat kan je niet....
Oh jawel.....
Dan vlieg ik weg..... Je liegt.....
Laat los dan......
Laat los dan.....
Waar wacht je op?..... Ik kan ’t niet.
De luchtgeest lacht. Delfgaauw laat hem vliegen en volgt zijn pop.